Om met een scootmobiel te rijden, moet je eerst zorgen dat je in de juiste zitpositie zit en dat de scootmobiel op de juiste manier is ingeschakeld. Hierna kun je beginnen met rijden door het gashendel te gebruiken. De scootmobiel zal dan gaan rijden. Je kunt de snelheid aanpassen door de gashendel meer of minder ver open te zetten.
Als je wilt remmen, kun je dit doen door de remhendel te gebruiken. Hiermee kun je de scootmobiel afremmen of tot stilstand brengen.
Als je een bocht wilt maken, kun je de stuurhendel gebruiken. Hiermee kun je de scootmobiel naar links of rechts sturen.
Het is belangrijk om altijd op te letten of je veilig kunt rijden. Let op verkeer, andere voetgangers en weggebruikers en let altijd op voor obstakels.
Als je wilt stoppen met rijden, schakel dan eerst de scootmobiel uit en zorg dat deze veilig stil staat.
Belangrijk om op te letten is dat de wetgeving voor scootmobielen kan verschillen per land en/of stad. In sommige gebieden, scootmobielen zijn alleen toegestaan op specifieke fietspaden of speciale routes voor scootmobielen. Dus check altijd de lokale wetgeving voordat je gaat rijden.